Friday, August 8, 2008

De bedrogen generatie

De site over Chernobyl, waar rendv naar linkte, maakte bij mij een foulee van herinneringen los.

Ik herinner me nog goed de schema’s in de krant, van de ‘olifantsvoet’, zoals ze de gesmolten reactor noemden. We wisten dat het erg was, maar er kwam – ook van onze democratische overheden - weinig informatie. Veel zin had het toch niet : het kwaad was al geschied, en er was geen remedie.

Ik denk dat we wisten dat het erg, heel erg was. Maar zodra we merkten dat het leven na een paar maanden gewoon verderging, waren we blij dat we er niet teveel over moesten nadenken.

Het was 1986, en voor mij begon het echte leven: ik had mijn eerste job, en het volgende jaar ging ik trouwen.

Als kind van de jaren zestig had ik een onbezorgde jeugd. Het kon niet op. De economie draaide goed, de technologische vooruitgang liet zich ook in de huishoudens voelen. We zaten met z’n allen in de keuken rond de nieuwe sapcentrifuge die ons ma gekocht had, of we speelden met een draagbaar cassettespelertje. In tijden van alomtegenwoordige gsm’s en mp3-spelers is dat moeilijk voor te stellen, maar zoiets was voor ons werkelijk wonderbaar.

Het geloof in de vooruitgang was fenomenaal. De mens kon naar de maan, de mens kon een hart transplanteren. Groene jongens bestonden nog niet. Een onderwijzer vertelde ons dat we allicht nooit meer zouden de afwas doen, maar dat we altijd wegwerpborden zouden gebruiken. Niemand stond stil bij energievoorziening of bij afvalbergen.

Ook de hippies en de linkse intellectuelen hadden daar compleet geen oog voor. Weed, wilde sex, en inhoudsloos gedweep met het marxisme. Geen zorgen, geen verantwoordelijkheden.

In 1973 was het even schrikken. De arabieren draaiden de oliekraan dicht, en tijdens de autoloze zondagen beseften we dat we wel heel erg afhankelijk waren van olie, én dat die oliebronnen niet onuitputtelijk waren. Kernenergie zou daar de oplossing brengen.

De Russen en de Amerikanen voerden in de jaren 60 hun koude oorlog. Ze staken elkaar de loef af met de verovering van de ruimte. Echt oorlog voeren deden ze niet : ze bekampten elkaar liever onrechtstreeks, zoals in Vietnam. Avond na avond zagen we beelden op televisie van die verre oorlog: napalm, apache-helicopters, bommen die gedropt werden. Het was geen hi-tech war, maar rauw infanteriewerk: kalashnikows, mortiervuur, landmijnen.

Na de oorlog in Vietnam, nam de dreiging van een rechtstreekse confrontatie tussen de twee grootmachten toe. De installatie van lange-afstandsraketten met kernkoppen gaf voedsel aan de angst voor een ultieme kernoorlog, die het einde van de wereld zou inluiden. ‘Totdat de bom valt’, zoals Doe Maar zong.

Als student in de vroege jaren 80, betoogden we tegen de kernraketten, en plakten stickers: ‘Kernenergie, nee bedankt’ . De vrije liefde uit de jaren zestig was er niet bij : de dreiging van aids maakte de mensen voozichtig, en er bestond nog geen internet met datingsites voor een vrijblijvend afspraakje, porno voor de inspiratie, of msn om je contacten te onderhouden.

Agalev en de milieubeweging groeiden. We waren tegen kernenergie en hoopten op een alternatief. De CCC pleegde aanslagen, de bende van Nijvel creëerde een sfeer van angst. Er heerste massale werkloosheid. Voor een job van bankbediende kwamen in de Heizelpaleizen 5000 kandidaten een examen afleggen.

En toen gebeurde datgene waarvoor we, na een kernoorlog, het meest schrik hadden. Een kerncentrale ontplofte. Ver weg in Rusland weliswaar, maar toch, de radioactiviteit kwam tot bij ons gedreven.

Hoewel we zeer angstig de berichtgeving volgden, waren de directe gevolgen gering : er werden geen oogsten vernietigd of eten uit de rekken gehaald, we moesten niet binnenblijven, en ook de jodiumpillen bleven in de voorraadkasten. En eigenlijk waren we heimelijk content dat het in Rusland gebeurd was, waar de overheid de reddingswerkers kon verplichten om de reactor te bedelven onder lood en beton, en daarbij zelf het loodje te laten.

Chernobyl was een kantelmoment in de geschieidenis. Er moet een siddering van bewustwording door het Russische machtsapparaat gegaan zijn, de tekortkomingen van het Communistisch systeem werden hier wel zeer tastbaar. Mede daardoor kon Gorbatsjov zijn Perestroïka doorvoeren, en drie jaar later viel de Berlijnse muur.

En weer bleek dat men ons had voorgelogen: het Oostblok was niet dat homogene geheel, het bleek een amalgaam van volken en staten, die zaten te wachten om onafhankelijk te zijn, of zelfs om elkaar de kop in te slaan.

Eigenlijk was het ironisch. We hadden een hele jeugd geleefd onder de dreiging van een kernoorlog tussen Rusland en Amerika, en dan luidde een nucleaire ramp een nieuw tijdperk in.

0 comments: